Op een dag word je wakker en keek je op je wekker. Je schrikt je dood. Het is al _ _ _ _ _[Tijdstip]!!
Je springt uit je bed en trekt snel je _ _ _ _ _ _ [Lievelingsdier mv] boxershort aan.
Je rent de trap af waar je _ _ _ _ _ _ [Familielid] je raar aankijkt en vraagt: "Was je gisteravond met _ _ _ _ _ _[iemand uit je klas] weg?"
Je antwoord: "Nee, met _ _ _ _ _[Andere naam uit je klas]
Je _ _ _ _ _ [Zelfde familielid] kijkt je raar aan. "Dat had ik nou niet van jou verwacht! Jij bent zo'n _ _ _ _ _ [Bijvoegelijk naamwoord] meisje!?"
Je kijkt nogmaals op de klok en ziet dat het al _ _ _ _ _ _ [Tijdstip] is!
Je was je _ _ _ _ _[Rare Hobby]afspraak helemaal vergeten!
Je trekt snel een _ _ _ _ _ [kledingstuk] aan en springt op je _ _ _ _ _ [Dier].
Onderweg zie je _ _ _ _ _ _ [Iemand waar je gisteravond weg mee was].
Hij/zij schreeuwt _ _ _ _ _ _ [Rare uitspraak]
Jij roept terug: "Ik zie je later!"
Op het moment dat je bij _ _ _ _ [Zelfde Rare Hobby] aankomt voel je een _ _ _ _ [Irritant Iets] op je voorhoofd.
Je geeft het een klap en alles wordt _ _ _ _ _[kleur]

3 seconden later word je wakker.
Gelukkig, het was maar een _ _ _ _ _ _ [een soort droom]