Klik hier om ook een website te maken!

 

Kinderen ziek na griezelverhalen

Van onze Haagse redactie

DEN HAAG - Vier kinderen uit Winterswijk zijn gisteren onwel geworden tijdens een bezoek aan de Gevangenpoort aan het Buitenhof in Den Haag.

De drie zusjes en hun oudere broer konden niet goed tegen de enge verhalen die tijdens de excursie werden verteld. Ook hadden ze te weinig gegeten en was het nogal warm in de Gevangenpoort. De kinderen zijn ter controle naar het ziekenhuis gebracht.



DENK MAAR EERST GOED UIT VOORDAT JE ZE GAAT LEZEN !!!
WAHAHAHAHAHAHAHAHA!!!


De trein reed toch niet meer...

Midden in een klein dorpje (zo'n 100 inwoners) ergens in het noorden van Frankrijk lag een oude spoorweg. Die spoorweg werd nooit meer gebruikt en diende slechts alleen maar om het dorp in 2 delen te verdelen. niemand die zich zorgen maakte om hun kroost op de rails van de weg te laten spelen want de laatste trein maakte zo'n 100 jaar geleden zijn laatste rit. dus toen er op het stadhuis een nieuwjaarsfuif gegeven werd maakte niemand zich zorgen. wat zou er trouwens kunnen gebeuren. Toen het feest op volle gang was vloog een dronkaard die de boel helemaal verziekte buiten. De man moest maar zorgen dat hij thuis geraakte. De kortste weg was over de spoorweg naar de andere kant van het dorp lopen, dus de dronken man probeerde zonder vallen de spoorweg over te steken. hij hoorde in de verte de kerkklok 12 keer slaan.... De volgende morgen vonden de inwoners van het dorpje het lijk van de dronkaard. volgens de politie had de man zich letterlijk dood geschrokken. want zijn haar was wit en hij was nog maar 30jaar oud en zijn gelaatsuitdrukking stonden zo verwrongen dat je zou denken dat hij de duivel in hoogst eigen persoon gezien had. Iedereen dacht de man gewoon verschoten had van zijn eigen dronkemans waanbeelden en na een week praatte men er al niet meer over. Een jaar ging voorbij en opnieuw werd een feest gegeven om het nieuwe jaar in te gaan. 2 meisjes hadden afgesproken om om 12 uur thuis te zijn om hun zieke moeder een gelukkig nieuwjaar te wensen. ze staken de spoorweg net over toen de klok 12 uur sloeg.... De dag erop vond men de 2 meisjes dood op de spoorweg beiden dood door verschot. De mensen wisten niet meer wat denken dit jaar 2 doden vorig jaar 1 en ze wilden de waarheid weten. dus spraken ze af om het volgende jaar met 10 man aan de spoorweg te zitten om te kijken wat er zou gebeuren. zo gezegd zo gedaan. het volgende jaar bleven 10 mannen bij de spoorweg en toen de klok 12 keer sloeg.....de dag erop vonden ze de 10 mannen dood langs de spoorweg, allemaal dood aan het verschot. De mensen begrepen het nu helemaal niet meer dus spraken ze af om het volgende jaar met het hele dorp nieuwjaar te vieren op de spoorweg. Het jaar eindigde en het feest ging beginnen iedereen was er, behalve een vrouw van 60 die haar been gebroken had. Iedereen verwachtte nu niets meer want het kon toch niet gebeuren dat 100 mensen zomaar dood zouden gaan, dus toen de klok 12 uur sloeg..... De 60-jarige vrouw stond s'morgens op en hoorde niets ze stapte uit bed en ging naar buiten daar vond ze alle mensen van haar dorpje dood langs de spoorweg. De vrouw was doodsbang en vluchtte naar de grote stad. Daar kon ze haar gedachten op niets anders concentreren en ze wilde de waarheid weten dus zocht ze in de bibliotheek naar artikels. daar ontdekte ze een artikel met de kop/ ontspoorde nieuwjaarstrein, geen overlevenden. De vrouw wilde nu wel weten wat er gebeurde op nieuwjaarsnacht. Dus trok ze het volgende jaar naar het lege dorp en stond ze op de spoorweg en wachtte 1steslag 2deslag 3deslag... ze keek angstig om zich heen. 4deslag 5deslag 6deslag...ze werd wit van angst 7deslag 8steslag 9deslag.... haar hart sloeg dubbel zo vlug 10deslag 11deslag nu stond de waarheid op haar te wachten. ze draait zich om en de klok slaat 12uur en..........................................................
eeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeehhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhh !





Max loopt op een donkere dag over straat. Hij word gepest op school,
Hij geeft geen vrienden, zelf zijn ouders snauwen tegen hem.
Een jongen met een net pak komt hem tegemoet.
Hij is ongeveer net zo oud als Max : 11.
De jongen verteld wat over zichzelf en verteld dat hij in een kasteel woont,
verderop in het verboden bos.
Hij vraagt of Max meegaat. Max twijfeld, wat heeft hij te verliezen?
Hij loopt mee met de bleke jongen. Ze lopen een groot kasteel in.
Het donker, vochtig en overal liggen vleermuisuitwerpselen.
Dan komt er een monsterlijk grote hond aanlopen.
Met woeste ogen kijkt hij Max aan en likt lief over zijn gezicht. Maar de ogen blijven gemeen.
De jongen verteld dat de hond mormel heet.
Ze lopen naar de kamer van de jongen.
Die is helemaal donker met een grote, houten kist in het midden.
Verder hangen er fakkels aan de muur en een schilderij van een man.
Opeens vliegt de jongen op Max af en bijt hem in zijn nek.
Max dwaalt nu nog steeds door het bos, dus kijk uit...









Verdwenen liftster

Een jongen gaat stappen in de stad en moet 's nachts naar zijn dorp
terugfietsen door donker, landelijk gebied. Het is stil op de weg.
ergens langs de kant van de weg ziet hij opeens een meisje staan. Ze ziet
er enigszins verward, ontredderd uit maar ze zegt niets en geeft geen
antwoord op zijn vraag of er iets mis is. Hij biedt haar een lift aan. Ze gaat zitten. De rest van de reis wordt zwijgend afgelegd. Omdat het zo
lang stil blijft, kijkt de jongen een keer achter om. Het meisje is verdwenen.
Dat vindt hij vreemd omdat hij er niets van gemerkt heeft. Hij vertrouwt het niet. Als hij even later zijn verhaal vertelt op het politiebureau,laat de agent hem een foto zien. "Was ze dit?" vraagt hij. De jongen knikt
instemmend. Dan zegt de agent: u bent de derde al deze maand methetzelfde verhaal. Dat meisje is op dezelfde tijd in de nacht, precies op
die plek een maand geleden verongelukt...







Peter en Jan gingen op vakantie naar hun oom ergens in het noorden van Nederland. Ze gingen daar naartoe omdat hun oom een oude boederij op gekocht had en die wou verbouwen.
Ze kwamen in de ochtend aan op de oude boerderij. De boerderij had een kleine oude huis, en een lange veld waar alleen modder op lag.
Ze liepen naar het oude huisje toe en riepen "Oom Harold bent u daar''? Maar ze hoorde niks. Ze stelde voor om maar even voor de huis te wachten.
Na een paar minuten zagen ze hun oom uit het huis komen. Hij vroeg ze waarom ze niet naar binnen zijn gekomen. Ze logen en zeiden dat ze dachten dat ze buiten moesten wachten.
Hij zei dat ze gelijk konden beginnen met werken. Hij nam ze me naar binnen. Eenmaal binnen gekomen, gaf hij ze een schep. Hij zei: ''Begin hier maar te scheppen''.
Na een uurtje namen ze en kleine pauze. Samen met hun oom zaten ze achter het huis een biertje te drinken. Jan praatte wat met zijn oom. Peter zat wat in de aarde te trappen, tot hij wat voelde. Hij pakte zijn schep en begon te scheppen. HIj kwam oude spulletjes tegen. Zo zag hij een oude kom en wat kleine scherpe dingen. Hij riep z'n oom en neef om te kijken. Ze zaten wat te graven totdat ze een rare munt zagen. Peter pakte het muntje eruit, maakte het schoon, en zag een hele rare munt. Het was ongeveer even groot als een Euro , maar het was veel zwaarder. Ze wisten niet van het gemaakt was. Hun oom stelde voor om ermee naar de goudsmid te gaan en kijken of het wat waard was.
Later op de dag kwamen ze aan bij de goudsmid. Ook hij vond het een rare munt. Het was geen buitenlandse munt volgens hem. Hij kon ook niet zeggen van wat het gemaakt was.
De jongens gingen wat teleurgesteld terug naar hun oom. Ze vertelde het hele verhaal aan hem. Peter stopte de munt in zijn tas waar zijn kleren in zaten.
De dag ging voorbij. Hun oom stelde voor dat ze een paar honderd meter van het oude huisje hun tent moesten opslaan. Ze praatte nog even na over wat er allemaal die dag was gebeurd, en vielen daarna in slaap.
Midden in de nacht werd Peter wakker. Toen hij even buiten zijn tent ging staan zag hij in de lucht een soort vallende ster, maar het had een ronde vorm. Peter maakte Jan wakker. Toen Jan eruit kwam hoorde hij rare geluiden uit het huisje komen. Ze schenen hun lantaarns naar het oude huisje en zagen dat er ongeveer tien kleine mensen, iets aan het zoeken waren. Ze wilde ging kijken, maar waren te bang. Ze besloten om maar in hun tent te blijven. Ze deden de hele nacht geen oog meer dicht.
De volgende ochtend toen ze wakker werden vertelde ze de hele verhaal aan hun oom. Ook hij vond het heel vreemd. Ze gingen naar de plaats waar ze dachten dat ze hun gezien hadden. Maar de grond zag er normaal uit, geen voetstappen in de grond, en niks was door elkaar gehaald.
Jan vroeg aan Peter of hij even die munt uit zijn tas wou halen. Peter deed zijn tas open, maar kon nergens zijn munt vinden. Hij wist voor voor honderd procent zeker dat hij het in zijn tas had gedaan. Ze vonden het heel vreemd. Volgens Jan waren de personen die ze gister zagen, op zoek naar de munt die ze hadden gevonden. Maar de tas van Peter was in hun tent, hoe hebben ze dat dan gepakt? Hun oom zei toen: ''Dit soort rare dingens zijn hier vaker gebeurd". ''t spookt hier''. Peter en Jan werden zo bang dat ze besloten om weg te gaan van de boerderij. Hun oom deed ook een beetje vreemd. Hij sprak ze helemaal niet tegen, en toen ze weg gingen, kwam hij het huis ook niet uit.
Drie jaar later besloten ze om terug te gaan naar hun oom. Toen ze daar aankwamen, stond alles nog zoals het was. Ze klopte op de deur. Na een minuutje kwamen er een oude vrouwtje aan de deur. Peter vroeg aan haar of oom Harold thuis was. De vrouw keek verbaasd naar de jongens en zei: ''Mijn man die Harold heet is jaren geleden overleden''. De jongens keken elkaar verschrikt aan. Ze stapte in hun auto en reden ze hard weg als ze konden.










Het was een koude avond. Linda moest alleen thuis blijven met haar hond, want haar ouders gingen gezellig naar de schouwburg.
Zoals afgesproken ging Linda om 9 uur naar bed. Toen ze in bed lag hoorde ze na een tijdje allemaal geluiden vanuit de badkamer. Eerst dacht Linda oh dat zal wel de wind zijn omdat het badkamerraampje nog open stond. Maar even later hoorde ze weer dat geluid en voor de zekerheid voelde ze onder haar bed en de hond likte 3x zoals gewoonlijk (dat deed linda altijd als ze bang was).
Weer een tijdje later hoorde ze weer dat zelfde geluid en ging ze toch maar even voor de zekerheid kijken. Toen ze in de badkamer aankwam, zag ze dat haar hond opgehangen was met daarop een briefje geplakt met: 'mensen kunnen ook likken'.




Verdwenen liftster

Een jongen gaat stappen in de stad en moet 's nachts naar zijn dorp
terugfietsen door donker, landelijk gebied. Het is stil op de weg.
ergens langs de kant van de weg ziet hij opeens een meisje staan. Ze ziet
er enigszins verward, ontredderd uit maar ze zegt niets en geeft geen
antwoord op zijn vraag of er iets mis is. Hij biedt haar een lift aan. Ze gaat zitten. De rest van de reis wordt zwijgend afgelegd. Omdat het zo
lang stil blijft, kijkt de jongen een keer achter om. Het meisje is verdwenen.
Dat vindt hij vreemd omdat hij er niets van gemerkt heeft. Hij vertrouwt het niet. Als hij even later zijn verhaal vertelt op het politiebureau,laat de agent hem een foto zien. "Was ze dit?" vraagt hij. De jongen knikt
instemmend. Dan zegt de agent: u bent de derde al deze maand methetzelfde verhaal. Dat meisje is op dezelfde tijd in de nacht, precies op
die plek een maand geleden verongelukt...








Wie klopt daar?

Een studente gaat samen met haar vriendje 's avonds laat naar de film
als de auto waarin ze rijden opeens zonder benzine komt te staan. De
jongen vertelt zijn vriendin dat hij wel even benzine gaat halen bij het
benzinestation ruim een kilometer verderop. Hij vertelt haar dat ze
voor niets en niemand de deur van de auto open moet maken. Als hij
terugkomt, zal hij bij wijze van herkenning drie keer op het dak van de
auto kloppen.
Na een uur wachten hoort de studente een klop op het dak. Dat is echter twee kloppen te weinig, dus ze doet de deur niet open. Ze hoort
nog een klop en staat op het punt om de deur toch open te maken als ze plots
nog twee kloppen op het dak hoort. De studente wordt bang en verbergt
zich op de achterbank van de auto. Het kloppen op het dak gaat in een
onregelmatig ritme door. De studente probeert zichzelf gerust te stellen
door te denken dat het de tak van een boom is. De studente luistert tot het kloppen
gaandeweg minder wordt en uiteindelijk ophoudt. Dan valt ze in slaap.
Ze wordt wakker van luid getik op het deurraam. Wanneer ze haar ogen opent kijkt ze in het licht van een zaklantaarn. Een luide stem vertelt
haar dat ze de auto uit moet komen en niet achterom moet kijken. De studente
stapt uit, maar kan het niet laten om even achterom te kijken. Wanneer ze
zich omdraait ziet ze haar vriendje aan een boom hangen met een touw om
zijn nek.






Jan en Katrien zijn buiten aan het spelen samen met hun buurmeisje Ines. Dan begint Ines over haar vriendin die altijd avonturen beleeft. Ze vertelt het ene avontuur na het andere. Plots zegt Jan: 'ik wil ook eens iets beleven'. 'Ja', roepen Katrien en Ines in koor. Ze denken goed na. En plots: 'ik weet iets', zegt Katrien. 'We kunnen gaan kamperen in het bosje hiertegenover.' Jan en Ines vinden het een goed idee. Ze rennen ieder naar hun ouders en vragen het. Van de ouders van Jan en Katrien mag het. Maar van die van Ines niet. Ines blijft doorzagen maar kan haar ouders niet overtuigen. Dus gaan Jan en Katrien alleen.

DIE AVOND
Ze scharrelen een zaklamp, hun slaapzak en al de rest bijeen. Als ze eenmaal aangekomen zijn en zich geïnstalleerd hebben, willen ze net de chipszakken openen als ze de deur van Ines haar huis zien open gaan. Ze denken 'komt Ines toch'. Dan verschijnt er een wazige man in de deuropening . Ze krijgen schrik en rennen hun tent in. Ze verstoppen zich onder hun slaapzakken. Katrien heeft echt schrik. Haar broer roept: 'Katrien, Katrien'. Plots ziet ze licht en zit ze met haar handen vol chips. 'Pfffffff', zucht Katrien. 'Het was maar een droom.', zegt Ines die haar ouders toch nog heeft kunnen overtuigen. Voor de rest gebeurt er niets bijzonders, of toch!?

DIE OCHTEND IN DE KRANT
Drie kinderen vermist tijdens het kamperen!!





Het is erg druk op het schoolplein. Iedereen staat te wachten op de bus. Ze gaan op schoolreis in het donkere bos. Ze hebben zich allemaal dik ingepakt, want je weet maar nooit wat je te wachten staat. Kijk roept Sander. De bus komt eraan.

In de rij jongens! Roept juf Katrien boven het geschreeuw uit. Dit is het bos waar we gaan kamperen. Jullie mogen het even gaan verkennen. Ik zal even groepjes maken, en denk erom blijf bij elkaar. Sander, Asley, Roy, Yke en Marleen. Jullie mogen gaan.

Kijk roept Yke, we zijn al vlakbij de grote weg! En daar staat een huis met een grote enge auto. Dat lijkt wel een auto waar doden in worden vervoerd. Roept Roy.
Ze gaan weer terug naar het kamp.

Die avond moeten ze in het zelfde groepje slapen. In het groepje durft niemand te slapen na wat ze gezien hebben. Ineens horen ze wat, ze willen gillen maar hun mond wordt afgesloten door een hand.

De volgende dag op het journaal

Er zijn vijf kinderen vermist die met schoolkamp waren. Heeft u iets gezien? Bel dan 036.99999




Er was eens een meisje, 17 jaar, ging babysitten bij 3 schatten van kinderen. Toen de kinderen eindelijk sliepen, allemaal op dezelfde kamer, ging de telefoon. Ze pakte op: geen antwoord. Na een kwartiertje weer: natuurlijk ook geen antwoord. Ze denkt er niet verder bij na als: och weer zo'n stomme grappenmaker.
Maar na een tijdje krijgt ze niet meer die ijzige stilte, maar een vervelend gehijg en gekreun. Als de telefoontjes nu al om de minuut komen, krijgt ze er genoeg van en belt ze naar de politie. Ja meisje wij kunnen je niet helpen, maar bel eens naar belgacom die kunnen je het nummer geven vanwaar je gebeld wordt, dat helpt misschien wel.
Zo gezegd zo gedaan. Ja meisje we zullen je terugbellen als we meer weten.
En na een hele reeks angstaanjagende telefoontjes komt het telefoontje van belgacom. Meisje, we kunnen het nummer niet opsporen, maar wat nog wel mogelijk is is dat die persoon belt vanuit uw huis!
Vol paniek loopt het meisje naar boven en vindt nergens een tweede telefoon, dan gaat ze op zolder kijken en ja hoor een telefoon met de hoorn nog van de haak juist alsof de persoon nog maar net is gevlucht.
Dan gaat ze naar de kinderkamer en vind er de 3 koppen van de kinderen aan de deur gebonden zonder enig teken van de moordenaar.
Nu moet je alleen nog weten: moordenaar nooit gevonden! En al verschillende keren is er hetzelfde gebeurt, toevallig iedere keer bij dezelfde babysitster.







Verdwenen liftster

Een jongen gaat stappen in de stad en moet 's nachts naar zijn dorp
terugfietsen door donker, landelijk gebied. Het is stil op de weg.
ergens langs de kant van de weg ziet hij opeens een meisje staan. Ze ziet
er enigszins verward, ontredderd uit maar ze zegt niets en geeft geen
antwoord op zijn vraag of er iets mis is. Hij biedt haar een lift aan. Ze gaat zitten. De rest van de reis wordt zwijgend afgelegd. Omdat het zo
lang stil blijft, kijkt de jongen een keer achter om. Het meisje is verdwenen.
Dat vindt hij vreemd omdat hij er niets van gemerkt heeft. Hij vertrouwt het niet. Als hij even later zijn verhaal vertelt op het politiebureau,laat de agent hem een foto zien. "Was ze dit?" vraagt hij. De jongen knikt
instemmend. Dan zegt de agent: u bent de derde al deze maand methetzelfde verhaal. Dat meisje is op dezelfde tijd in de nacht, precies op
die plek een maand geleden verongelukt...







Peter en Jan gingen op vakantie naar hun oom ergens in het noorden van Nederland. Ze gingen daar naartoe omdat hun oom een oude boederij op gekocht had en die wou verbouwen.
Ze kwamen in de ochtend aan op de oude boerderij. De boerderij had een kleine oude huis, en een lange veld waar alleen modder op lag.
Ze liepen naar het oude huisje toe en riepen "Oom Harold bent u daar''? Maar ze hoorde niks. Ze stelde voor om maar even voor de huis te wachten.
Na een paar minuten zagen ze hun oom uit het huis komen. Hij vroeg ze waarom ze niet naar binnen zijn gekomen. Ze logen en zeiden dat ze dachten dat ze buiten moesten wachten.
Hij zei dat ze gelijk konden beginnen met werken. Hij nam ze me naar binnen. Eenmaal binnen gekomen, gaf hij ze een schep. Hij zei: ''Begin hier maar te scheppen''.
Na een uurtje namen ze en kleine pauze. Samen met hun oom zaten ze achter het huis een biertje te drinken. Jan praatte wat met zijn oom. Peter zat wat in de aarde te trappen, tot hij wat voelde. Hij pakte zijn schep en begon te scheppen. HIj kwam oude spulletjes tegen. Zo zag hij een oude kom en wat kleine scherpe dingen. Hij riep z'n oom en neef om te kijken. Ze zaten wat te graven totdat ze een rare munt zagen. Peter pakte het muntje eruit, maakte het schoon, en zag een hele rare munt. Het was ongeveer even groot als een Euro , maar het was veel zwaarder. Ze wisten niet van het gemaakt was. Hun oom stelde voor om ermee naar de goudsmid te gaan en kijken of het wat waard was.
Later op de dag kwamen ze aan bij de goudsmid. Ook hij vond het een rare munt. Het was geen buitenlandse munt volgens hem. Hij kon ook niet zeggen van wat het gemaakt was.
De jongens gingen wat teleurgesteld terug naar hun oom. Ze vertelde het hele verhaal aan hem. Peter stopte de munt in zijn tas waar zijn kleren in zaten.
De dag ging voorbij. Hun oom stelde voor dat ze een paar honderd meter van het oude huisje hun tent moesten opslaan. Ze praatte nog even na over wat er allemaal die dag was gebeurd, en vielen daarna in slaap.
Midden in de nacht werd Peter wakker. Toen hij even buiten zijn tent ging staan zag hij in de lucht een soort vallende ster, maar het had een ronde vorm. Peter maakte Jan wakker. Toen Jan eruit kwam hoorde hij rare geluiden uit het huisje komen. Ze schenen hun lantaarns naar het oude huisje en zagen dat er ongeveer tien kleine mensen, iets aan het zoeken waren. Ze wilde ging kijken, maar waren te bang. Ze besloten om maar in hun tent te blijven. Ze deden de hele nacht geen oog meer dicht.
De volgende ochtend toen ze wakker werden vertelde ze de hele verhaal aan hun oom. Ook hij vond het heel vreemd. Ze gingen naar de plaats waar ze dachten dat ze hun gezien hadden. Maar de grond zag er normaal uit, geen voetstappen in de grond, en niks was door elkaar gehaald.
Jan vroeg aan Peter of hij even die munt uit zijn tas wou halen. Peter deed zijn tas open, maar kon nergens zijn munt vinden. Hij wist voor voor honderd procent zeker dat hij het in zijn tas had gedaan. Ze vonden het heel vreemd. Volgens Jan waren de personen die ze gister zagen, op zoek naar de munt die ze hadden gevonden. Maar de tas van Peter was in hun tent, hoe hebben ze dat dan gepakt? Hun oom zei toen: ''Dit soort rare dingens zijn hier vaker gebeurd". ''t spookt hier''. Peter en Jan werden zo bang dat ze besloten om weg te gaan van de boerderij. Hun oom deed ook een beetje vreemd. Hij sprak ze helemaal niet tegen, en toen ze weg gingen, kwam hij het huis ook niet uit.
Drie jaar later besloten ze om terug te gaan naar hun oom. Toen ze daar aankwamen, stond alles nog zoals het was. Ze klopte op de deur. Na een minuutje kwamen er een oude vrouwtje aan de deur. Peter vroeg aan haar of oom Harold thuis was. De vrouw keek verbaasd naar de jongens en zei: ''Mijn man die Harold heet is jaren geleden overleden''. De jongens keken elkaar verschrikt aan. Ze stapte in hun auto en reden ze hard weg als ze konden.










Het was een koude avond. Linda moest alleen thuis blijven met haar hond, want haar ouders gingen gezellig naar de schouwburg.
Zoals afgesproken ging Linda om 9 uur naar bed. Toen ze in bed lag hoorde ze na een tijdje allemaal geluiden vanuit de badkamer. Eerst dacht Linda oh dat zal wel de wind zijn omdat het badkamerraampje nog open stond. Maar even later hoorde ze weer dat geluid en voor de zekerheid voelde ze onder haar bed en de hond likte 3x zoals gewoonlijk (dat deed linda altijd als ze bang was).
Weer een tijdje later hoorde ze weer dat zelfde geluid en ging ze toch maar even voor de zekerheid kijken. Toen ze in de badkamer aankwam, zag ze dat haar hond opgehangen was met daarop een briefje geplakt met: 'mensen kunnen ook likken'.







Wie klopt daar?

Een studente gaat samen met haar vriendje 's avonds laat naar de film
als de auto waarin ze rijden opeens zonder benzine komt te staan. De
jongen vertelt zijn vriendin dat hij wel even benzine gaat halen bij het
benzinestation ruim een kilometer verderop. Hij vertelt haar dat ze
voor niets en niemand de deur van de auto open moet maken. Als hij
terugkomt, zal hij bij wijze van herkenning drie keer op het dak van de
auto kloppen.
Na een uur wachten hoort de studente een klop op het dak. Dat is echter twee kloppen te weinig, dus ze doet de deur niet open. Ze hoort
nog een klop en staat op het punt om de deur toch open te maken als ze plots
nog twee kloppen op het dak hoort. De studente wordt bang en verbergt
zich op de achterbank van de auto. Het kloppen op het dak gaat in een
onregelmatig ritme door. De studente probeert zichzelf gerust te stellen
door te denken dat het de tak van een boom is. De studente luistert tot het kloppen
gaandeweg minder wordt en uiteindelijk ophoudt. Dan valt ze in slaap.
Ze wordt wakker van luid getik op het deurraam. Wanneer ze haar ogen opent kijkt ze in het licht van een zaklantaarn. Een luide stem vertelt
haar dat ze de auto uit moet komen en niet achterom moet kijken. De studente
stapt uit, maar kan het niet laten om even achterom te kijken. Wanneer ze
zich omdraait ziet ze haar vriendje aan een boom hangen met een touw om
zijn nek.






Er was eens een meisje die zat op een schippersinternaat. Er was een meisjes-internaat en een jongens-internaat. Het meisje sliep samen met een meisje op de kamer en ze besloot naar het
jongensinternaat te gaan.
Daar aangekomen ging ze samen huiswerk maken met een jongen, maar ze was haar boeken vergeten, dus ging ze terug om ze op te halen. Toen ze haar kamer binnen kwam, was het ligt uit dus dacht ze dat het andere meisje al sliep. Tastend naar haar boeken pakte ze ze en ging er vandoor. Later in die avond bleef ze bij de jongen slapen.
Toen ze de volgende morgen weer op haar kamer was stond er allemaal politie. Dus vroeg ze aan de agent wat er aan de hand was. De agent zei: 'Er is iemand vermoord op deze kamer'.
Maar dit is ook mijn kamer, stamelde het meisje. Dus rende ze naar binnen en ze zag een briefje op de spiegel hangen:

BEN JIJ EFFE BLIJ
DAT JE HET LICHT
VANACHT NIET AAN HEBT GEDAAN.







Jan en Katrien zijn buiten aan het spelen samen met hun buurmeisje Ines. Dan begint Ines over haar vriendin die altijd avonturen beleeft. Ze vertelt het ene avontuur na het andere. Plots zegt Jan: 'ik wil ook eens iets beleven'. 'Ja', roepen Katrien en Ines in koor. Ze denken goed na. En plots: 'ik weet iets', zegt Katrien. 'We kunnen gaan kamperen in het bosje hiertegenover.' Jan en Ines vinden het een goed idee. Ze rennen ieder naar hun ouders en vragen het. Van de ouders van Jan en Katrien mag het. Maar van die van Ines niet. Ines blijft doorzagen maar kan haar ouders niet overtuigen. Dus gaan Jan en Katrien alleen.

DIE AVOND
Ze scharrelen een zaklamp, hun slaapzak en al de rest bijeen. Als ze eenmaal aangekomen zijn en zich geïnstalleerd hebben, willen ze net de chipszakken openen als ze de deur van Ines haar huis zien open gaan. Ze denken 'komt Ines toch'. Dan verschijnt er een wazige man in de deuropening . Ze krijgen schrik en rennen hun tent in. Ze verstoppen zich onder hun slaapzakken. Katrien heeft echt schrik. Haar broer roept: 'Katrien, Katrien'. Plots ziet ze licht en zit ze met haar handen vol chips. 'Pfffffff', zucht Katrien. 'Het was maar een droom.', zegt Ines die haar ouders toch nog heeft kunnen overtuigen. Voor de rest gebeurt er niets bijzonders, of toch!?

DIE OCHTEND IN DE KRANT
Drie kinderen vermist tijdens het kamperen!!







Er was eens een familie. Een vader, moeder en twee kinderen. Vader en moeder gingen een avondje weg en hebben een oppas ingehuurd, om op de kinderen te passen. Het wordt al laat en de oppas stopt de kinderen in bed.
Als ze in de huiskamer komt, gaat de telefoon rinkelen. Ze neemt op en hoort een vreemde stem zeggen: CHECK THE CHILDREN, CHECK THE CHILDREN! Ze gaat naar de kinderen, maar die slapen als roosjes. Ze gaat weer naar de huiskamer en hoort weer de telefoon rinkelen. Ze neemt op en hoort weer: CHECK THE CHILDREN, CHECK THE CHILDREN! Ze gaat weer naar de slaapkamer, maar er is niets mis met de kinderen. Ze gaat naar de huiskamer, hoort de telefoon rinkelen en dezelfde stem herhaalt het bericht: CHECK THE CHILDREN, CHECK THE CHILDREN! De oppas raakt in paniek. Ze gaat naar de keuken en neemt het grootste mes, om zichzelf en de kinderen te kunnen beschermen.
Dan hoort ze de auto aankomen. Blij, dat de ouders er eindelijk zijn, rent ze naar buiten en ziet ze de hoofden van de kinderen op het hek hangen. Op het mes, dat ze vasthield, is bloed van de kinderen aangetroffen. Ze is aangeklaagd wegens moord.







Het was, laten we zeggen... 10 uur. Dat denk ik. Als dit een verzonnen verhaal was, zou ik zelf een tijd kunnen bedenken, maar hier probeer ik me zo veel mogelijk aan de werkelijkheid te houden. Goed, 10 uur dus. Kind in bed, dus daar was Mariëlle ook vanaf. Een babysit verdient maar makkelijk: 25 gulden per uur voor TV kijken, chips eten, en door het huis van andere mensen lopen. Het enige wat nog een beetje met het opassen te maken had, was de babyfoon op het tafeltje en het slapende kind boven. Het kind sliep al toen Mariëlle om half negen aanbelde en de moeder van het kind -een kleine baby nog maar- naar het feest ging. Lekker makkelijk. Tenminste, dat dacht Mariëlle. Totdat ze door de babyfoon een harde bons hoorde. En dat was nog maar het begin. De moeite waard om te gaan kijken? Natuurlijk de moeite waard om te gaan kijken! Straks is er iets mis! Gek genoeg kwam er geen gehuil achter de bons aan, terwijl de moeder Mariëlle verteld had dat Mikey erg licht sliep, en meteen zou gaan huilen als het wakker werd; erg vervelende wekker 's morgens vroeg... maar misschien was er iets op het hoofdje gevallen, en was Mikey bewusteloos! Mariëlle haastte zich naar boven en opende, zich voorbereidend op het ergste, de deur. Maar het ergste kwam niet. Nog niet. Mariëlle keek in de kleine, verbaasde oogjes van een baby die haastig naar haar toe kwam kruipen. De box lag op zijn kant ergens in de hoek. Zodra Mariëlle de baby vastpakte, begon het kind afgrijselijk te krijsen alsof zijn leven er van af hing, en wild met zijn armpjes in het rond te slaan. Maar plotseling was het stil. Het huilende gezichtje was verdwenen, en had plaats gemaakt voor een aandoenlijk, schattig gezichtje van een brave baby die nooit huilde. "Papa", zei een geinig stemmetje. "Papa is er niet." antwoorde Mariëlle met een treurige glimlach. "Weggelopen zodra hij wist dat je moeder zwanger van jou was." Ze wist dat ze Mikey hiermee niet kon kwetsen: hij kon haar toch niet verstaan. "Papa sweg." mompelde de baby. "Dat is waar, papa is weg , en nu weer in je box en slapen." Ze had niet verwacht dat ze een antwoord als "Papa sweg" zou krijgen. Wist hij het dan toch? Onzin, daar is hij nog veel te jong voor. Zeker opgevangen in een nutteloos gesprekje met zijn moeder. Plotseling gting de baby recht op staan, starend naar een niet-bestaand punt, ergens in de verte. "Papa strug" "Nee, papa is niet terug." "Papa strug!" krijste Mikey, en toen ging hij weer liggen. Mariëlle antwoordde niet, en liep weer terug naar beneden waar ze langs verschillende zenders zapte. "...Een interview met boer..." "Welkom bij koken met..." "het voelt aan als..." "...alsof je op een zijden kussen ligt." Maakte Mariëlle de zin af. Volgende zender. Ha fijn, een horrorfilm, zo te zien. Een moordenaar achtervolgde en meisje in een groot huis. Ze zocht hem op in de gids. Pas begonnen. Plotseling klonk er een vreemd geluid uit de babyfoon. Iets onatuurlijks. Zap, zap, zap! Mariëlle zag nog net hoe het meisje neergestoken werd, en haastte ze zich toen naar boven, waar ze ontdekte dat de box léég was! Het raam stond open, en een paar bladeren woeien naar binnen. Mariëlle keek geschrokken omlaag, en zag niks dan het natte gras beneden... en de groeven in de bakstenen, alsof iemand, of waarschijnlijk iets, daar met klauwtjes overheen had gekrabd. Op het moment dat de angst en paniek, die nog even hadden liggen wachten, bij haar uitbraken, werd er aangebeld. Langzaam, als een zombie, liep ze naar de deur, waar nu een duidelijk hoorbaar ongeduldige persoon stond, want er werd steeds harder en langer aangebeld. Mariëlle opende de deur, en zag een lange, magere man staan, Met zijn handen in de zakken van zijn regenjas en een vriendelijke glimlach op zijn gezicht. Hij pakte Mikey op, die op de grond had gezeten, en nu pas opgemerkt werd door Mariëlle, die zich meteen woedend op de man stortte, en uit alle macht probeerde het kind te bemachtigen. Maar ze werd op de grond gegooid door... ze kon niet precies thuisbrengen waardoor, want de man bleef onbewegelijk staan en keek haar alleen maar recht in de ogen. "Ik kreeg een kind van een aardbewoner. Zij heeft hem nu één jaar gehad, nu neem ik hem, en volgend jaar mag zij hem weer hebben... ik kom hem wel weer brengen. Ik vind het nu eenmaal niet zo leuk op aarde. Niet om te wonen, tenminste." Terwijl hij sprak, begon zijn gezicht te veranderen: zijn ogen kleurden vuurrood, zijn neus verdween en maakte plaats voor een knobbelachtig ding, Zijn handen veranderden in vlijmscherpe klauwen, uit zijn regenjas staken 4 nog tentakelachtige dingen, en zijn mond verdween totaal. In plaats daarvan kwam er een afgrijselijk zwart gat in zijn langer geworden voorhoofd. De huid was gerimpeld, hing in geplooid om zijn botten, en had en kleur die een kruising was tussen lichtbruin en rood. Met Mikey gebeurde hetzelfde. Tot Mariëlle's afgrijzen kwamen de twee afzichtelijke wezen het huis binnen, en begonnen iets onverstaanbaar tegen elkaar te mompelen. Als dit een verzonnen verhaal was, zouden ze nu in hun kleurrijke vliegende schotel stappen, en met een futuristisch geluid wegvliegen. Maar dit is geen verzonnen verhaal. Dit is waar gebeurd. En wat er écht gebeurd is, is dat Mariëlle toen de moeder van Mikey thuiskwam, werd gevonden, in de kinderkamer. Haar nek op onaangename wijze geknakt, een groot, bloederig gat in de maag, alsof iemand het daar met klauwen had opengescheurd. Mikey was spoorloos verdwenen. Er waren alleen wat krassen op de bakstenen muur te zien.









De babysitter (creepy)


Een studente verdiende als babysitter wat zakgeld bij een echtpaar
bij haar in de buurt. Op een avond vertelt het stel dat ze die avond naar
defilm gaan en rond 11 uur weer terug zullen zijn. Na een uurtje oppassen
gaat de telefoon. Aan de telefoon is een onbekende man. De beller vertelt
de babysitter dat hij haar zal vermoorden als ze het huis niet uitgaat.
De babysitter gooit geschrokken de hoorn op de haak. Na een half uur
gaat de telefoon weer. Wederom krijgt de babysitter te horen dat de man haar
vermoord als ze niet snel het huis verlaat. De babysitter hangt op en
belt de politie. Die vertelt haar dat ze de volgende keer dat de man
belt,
moet proberen om hem een minuut of langer aan de lijn te houden. Op die
manier kan de politie nagaan waar de man vandaan belt. Na dertig minuten
belt de man weer. De babysitter houdt hem ruim een minuut aan de lijn.
Weer zegt de man dat de babysitter het huis uit moet omdat hij haar anders zal
vermoorden. De babysitter hangt op en wordt onmiddellijk weer gebeld.

Dit keer is het de politie. Ze vertellen de babysitter dat ze het huis
onmiddellijk moet verlaten. De babysitter vraagt waarom. De politie antwoordt dat ze hebben ontdekt dat de telefoontjes van het
andere toestel in huis komen.






Op een mooie dag liep ik door kinderkwelder, waar ik woonde.
Ik liep langs de slager, de bakker, de groentewinkel en de tabakszaak.
Iedereen zwaaide want deze weg liep ik altijd naar school. Maar toen kwam ik langs de snoepwinkel. Ik kwam daar altijd na schooltijd met mijn vriendinnen. We durfden niet alleen naar binnen want er was iets aan die winkel, wat ons een beetje bang maakte. De winkel was donker en overal hingen spinnenwebben. En de verkoper, dat was echt een monster.
We hadden hem nog nooit in zijn geheel gezien, want hij zat altijd in het donkerste hoekje van de winkel achter de toonbank. Het was een mager oud mannetje met zo'n kraakstem dat je hem bijna niet kon
verstaan.
Die dag na school liep ik dus met een groepje vriendinnen naar de
snoepwinkel. We gingen de winkel binnen en er klonk twee keer het belletje zodat de verkoper kon horen dat we binnenkwamen. Hij kwam dan achter een gordijn vandaan en vroeg: ,,Wat motten jullie hier?'' terwijl hij dat best wist en wij zeiden dan altijd terug:,,Wij komen
wat lekkers halen meneer'' En dan zei hij weer:,,Nou effe snel dan want ik heb het druk'' en dan zeiden we om de beurt wat we hebben wilden.
Als iedereen wat had gingen we als een gek naar buiten en aten op wat we hadden gekocht.
Maar op een zaterdag toen mijn moeder ziek was vroeg mijn vader:,,wil jij even een koek halen voor je moeder?'' En dat wou ik voor geen cent maar ik wist dat tegenstribbelen geen zin had. dus ik ging op weg naar de snoepwinkel. Daar aangekomen deed ik de deur open en zag dat er iets nieuws lag: suikerhart! Dat was het lekkerste dat ik maar een paar keer in mijn leven had gehad en ik kocht hem. Thuis gaf ik hem aan mijn moeder en omdat ik zo lief was kreeg ik ook een
stuk. Verrukkelijk!
De volgende dag werd er iemand uit de klas vermist en (als ik het eerlijk zeg) vond ik dat helemaal niet erg want het was Derk die jongen die mij altijd pest. Na school gingen we weer op weg naar de snoepwinkel en deden wat we altijd deden.
De volgende dag werd er weer iemand vermist op school en nu was het een van mijn vriendinnen. Na school wou niemand ook naar de snoepwinkel maar mijn zusje wou graag dat ik suikerhart haalde. En ja hoor, in de etalage lag weer een heel nieuw hart. Ik ging de winkel binnen en het belletje klonk. Het was stil in de winkel en de verkoper kwam maar niet. Wel hoorde ik twee stemmen die van de verkoper en die van het allervreselijkste schoolhoofd dat je maar kunt verzinnen. Ik wist dat ik het niet moest doen maar ik deed het toch. Ik klom over de toonbank en luisterde wat er gezegd werd:,,Ik heb je nu al twee kinderen geleverd zodat je suikerhart kunt verkopen.Wil je er nu nog
meer? Als dat zo doorgaat word het nog eens een keertje verdacht.''
Mijn hart stond stil, ik kon me niet meer bewegen. Dat hart dat daar in de etalage lag, het was het hart van mijn vriendin! Ik wou nog meer weten en luisterde verder:,,Ik geloof dat ik wat hoorde''het was de stem van de verkoper.,,Ik ga even kijken'' er klonken voetstappen mijn kant op en ik wou nog over de toonbank vluchten maar hij had me al gezien. Ik sprong langs hem heen de achtertuin in. Hij kwam me achterna ik voelde aan de poort. Op slot. ik zat in de val!!!! Toen hij vlak bij me was klom ik over de poort hij greep mijn enkel en een stekende pijn schoot door me heen. Maar ik rende door, ik hoorde zijn stem nog nagalmen in mijn hoofd:,,niemand zal het toch ooit te weten komen, je kunt er niet over praten''. Wat hij bedoelde wist ik toen nog niet, maar een ding wist ik wel: ik kwam daar nooit meer.
Ik rende door tot ik voor mijn eigen voordeur stond. Ik was buiten adem. Mijn moeder deed open en ik wou haar alles vertellen maar dat kon ik niet. Steeds toen ik over de snoepwinkel begon, schoten er tranen in mijn ogen. Ik heb ook nog steeds een rode plek op mijn enkel waar de verkoper mij gegrepen had. Steeds als ik er weer over begin kan ik niet verder komen want de verkoper had mijn woord bezegeld. Eigenlijk was dat maar goed ook want niemand zal het toch ooit geloven. Ik kan er alleen over typen maar erover praten is me nog nooit gelukt en dat zal me ook nooit lukken!






Karin keek omhoog naar de berg. De zon scheen in haar ogen. Ze blokkeerde de zon door haar hand aan de zijkant van haar hoofd te leggen. Ze was op vakantie in Frankrijk en zou in hotel de Zonnegloed slapen. Dit was de eerste vakantie zonder haar ouders. Ze liep de houten trap op en toen ze na een vermoeiende wandeling bij de deur kwam, belde ze aan. Een oude man deed open: "kom binnen", zei hij met een lage stem.
Ze zat in de serre. Ik ben de hotelmanager zei de man die de deur had open gedaan. Karin keek om zich heen en zag een gast een krant lezen. Ze zag boven de krant een beetje pluizig haar uitkomen. Zijn gezicht kon ze niet zien. De hotelmanager heeft inmiddels een formulier gepakt en geeft deze aan Karin. Ook pakt hij een ouderwetse veer uit het potje inkt wat op de balie staat en geeft deze ook aan haar. Ze pakt de pen aan en begint te schrijven. Er komt een donkerrode vloeistof uit, maar Karin let hier niet op en begint het formulier in te vullen.
Bij haar kamer aangekomen opent de manager haar deur. Karin wil naar binnen lopen, maar hij houd haar tegen. Ze schrikt. Maar de manager kijkt haar vriendelijk aan en zegt:"wat je ook doet ga nooit naar kamer nummer 13". Karin schud haar hoofd en hij laat haar erdoor.
Die nacht word Karin wakker. Ze heeft net een nachtmerrie gehad met allemaal duistere schimmen erin. Ze loopt naar de douche en neemt een glas water. De woorden van de manager spoken door haar hoofd. Nooit naar kamer nummer 13. Pff ik ga gewoon even gauw kijken en ren dan snel weg.
13 gaf het nummer op de deur aan. Hij stond op een kier en ze besloot naar binnen te gaan. Ze keek om zich heen en zag in de hoek wat weg schieten. Ze schrok een rat die haatte ze. Ze zag een kast en keek er in. Haar ogen sprongen open en ze zag 4 harten op sterk water staan. Ze deinsde achteruit en stootte tegen iets zachts. Toen ze achter zich keek zag ze 4 lijken hangen met een bebloede buik. Allemaal meisjes van haar leeftijd. Ze rende de kamer uit maar in de deuropening stond een schim. Het was de man die die middag in de serre zat. Ze zag zijn pluizige haar en toen ze iets naar beneden keek zag ze dat hij een mes bij had . Hij lachte hard en ze wou terug de kamer inrennen, maar daar stond de manager met een enorme bijl in zijn hand. Hij zei met zware stem: Ik heb nog zo gezegd ga nooit naar kamer nummer 13. Hij lachte hard. Er is nooit meer iets van haar vernomen.
Een weekje later staat er een meisje met haar koffers voor hotel zonnegloed. Dit was de eerste vakantie zonder haar ouders. Meteen ook haar laatste!










Een man en een vrouw zitten in hun auto de man rijdt. De vrouw zegt: 'ga niet over het zwarte paadje want dat is gevaarlijk'. Die man is eigenwijs en gaat toch over het zwarte paadje.
Het was een modderig paadje en ze kwamen vast te zitten. De man zei: 'ik ga wel hulp halen', blijf jij maar zitten in de wagen en zet wat muziek op .Maar de vrouw vond dat niet goed, want het stormde heel erg. De man ging toch.
Het begon steeds harder te regenen en de vrouw werd bang dus deed ze de muziek toch aan en de deuren van de auto op slot. Opeens hoorde ze een harde bonk tegen de wagen . Ze dacht dat ze zichzelf weer wat inbeelde en ze zette de muziek nog wat harder . Maar nog na geen 10 seconden hoorde ze terug een bonk maar dan veel harder en toen nog een keer en nog een keer.
Ze hoorde opeens een harde stem en die zei: 'kom uit de auto en kijk niet achterom'. De vrouw twijfelde eerst , wat zou haar man lief daarvan zeggen ? Maar toen klonk de stem terug maar dan nog harder dan daarvoor : " KOM UIT DIE WAGEN EN KIJK NIET ACHEROM OF ANDERS ... de vrouw had schrik , heel veel schrik , maar uiteindelijk ging ze toch, maar ze keek wel achterom.
Weet je wat ze zag? Ze zag haar man op de grond liggen zonder hoofd en een andere man in zwarte kleding met een zwarte doek op zijn hoofd had het hoofd van haar man vast en bonkte ermee tegen de achterruit van de auto!










Het oude vrouwtje

Het was een nieuwjaarsdag, een taxi chauffeur die laat aan het werken was kreeg een oproep. Hij moest naar een afgelegen baantje rijden ver in het bos.Toen hij daar aankwam zag hij niemand staan hij dacht dat het een flauwe grap was. Net voordat hij wou vertrekken zag hij een schim. Het was een oud vrouwtje. Ze stapte in en zij stilletjes naar het kerkhof a.u.b. De man reedt er heen ,toen ze aankwamen zij ze wacht je even? hij zij okee. Na een tijdje kwam ze terug en vroeg hem om haar in de hofstraat af te zetten. Ze kwamen aan en de vrouw betaalde hem. Een jaar verstreek. Diezelfde nacht rinkelde de telefoon weer het was het zelfde oude vrouwtje. Ze wou terug naar de zelfde plaats de man dacht okee want misschien ligt haar overleden man daar en wil ze die bezoeken. Terug opnieuw verstreek er een jaar. Hij word weer opgebeld door het zelfde vrouwtje. Hij moest haar terug naar het kerkhof brengen. toen ze aankwamen op het kerkhof. Werd de man nieuwsgierig, hij ging stilletjes om de hoek kijken en zag de vrouw aan een graf zitten, er schoot een hand uit en ze beet er in. De man schrok en schoot terug de auto in. Plotseling stond ze bij hem. Hij vroeg aan haar "ben je een vampier ?" en ze riep JA !!!!!!!!!!!




Wie was het?

Er was eens een vrouw Sandra, 36, en die heeft 3 kinderen.
2 dochters en een zoon Jeroen van 11 en de twee dochters (een tweeling)
Loesje en Liesje van 8, en de man Martin van Sandra is vandaag 40 geworden.


DE MOORD
"mama !" riep Jeroen, "ja wat is er schat" zei moeder, "waar is mijn Nike pet ?" zei Jeroen, "mischien onder de bank" zei moeder, "oke" riep Jeroen, "ik heb hem al dank je wel hoor", "oke schat" zei moeder. "Martin bel jij die oppas eens want ik heb vanavond een etentje geregeld" riep moeder, "oh, gezellig, ik ga al bellen" zei Martin. "Loesje en Liesje allebei even douchen" riep moeder Sandra. "oke mam" was het antwoord.
"waar ligt dat telefoon nummer nou?" "waar het altijd ligt, in de la van de kast" "o ja". "hoi laura, kan je komen oppassen ?" "oh, nee sorry ik had al een afspraak voor vanavond maar misschien kan mijn vriendin wel, het nummer is 0674537023" "oke, ik ga bellen, nou, toch bedankt" "oke, doei" "doei"
Martin belde het nummer, "hoi, met saskia" "hoi, met martin, laura zei dat jij mischien bij ons kan oppassen" "oh ja hoor, voor hoveel ?" "F2.50,- per uur" "oh, okee wat is het adres?" Martin gaf het adres en vertelde dat de sleutel onder de mat lag. "MARTIN, schiet op, dadelijk missen we de bus!" riep Sandra. "ja, ben klaar" riep Martin, en ze gingen. "Wat een rare mensen" dacht Saskia, "ik moet oppassen terwijl ze nu hun kinderen al alleen laten, ik zal maar snel gaan". Een minuut of 10 later stond Saskia voor de deur en Jeroen deed de deur open, "hallo" zei Saskia, "hoi, jij moet de oppas zijn" zei Jeroen stoer met zijn pet achterste voren en zijn jeans aan, "ja, ik ben Saskia" zei Saskia. "Mijn twee zusjes zijn boven ik heet Jeroen en mijn zusjes Loesje en Liesje, nou, daar staat de chips en daar staat drinken" zei Jeroen en hij wees 2 kastjes aan. "okee" zei Saskia, "mag ik de tv aanzetten?" vroeg Saskia, "nee, dat gaat helaas niet, hij is stuk" zei Jeroen, "ook dat nog" dacht Saskia. "Jij moet om 9:00uur naar bed en het is nu 9:10, ga je pyjama maar vast aan trekken, dan mag je nog tien minuten opblijven" zei Saskia. "okee, ik ga al" zei Jeroen. Jeroen kwam naar beneden en zei "mijn zusjes slapen al, die waren al in bed gelegd". "oh, okee, nou nog 5 minuten" zei Saskia. 5 minuutjes later ging Jeroen naar boven en naar bed Saskia zag de krant liggen en begon hem te lezen, weer een gezin met oppas gedood,
oh, daar wordt je gek van, als maar die moorden. Toen de telefoon ging hoorde zij aan de andere kant van de lijn een vage stem zeggen "check the children, check the children" Ze hing op en dacht dat het een flauwe grap was, maar ze werd weer gebeld en hoorde weer dezelfde zin "check the children, check the children", ze hing op en belde de politie want ze vond het nu wel erg griezelig worden en die zeiden dat het wel een flauwe grap zou zijn. Ze werd steeds banger en begon weer de krant te lezen, maar ze werd weer gebeld, ze nam op en zij met trillende stem "hallo ?", "check the children, check the children" klonk het weer.
"Nu ga ik maar even bij de kinderen kijken of alles in orde is" dacht Saskia bij zich zelf en ze ging naar boven en naar de kamer van de tweeling, ze gilde het uit want ze waren opgehangen aan een touw en hun ogen lagen er uit en overal bloed en toen ......... kratssssss!!!, kreeg ze een mes in haar rug..............................

wie zal het geweest zijn?

LAURA, de oppas die niet kon ?

JEROEN de grote broer ?
Of de OUDERS ?
Of misschien iemand anders ?
Ik weet het niet, griezel het maar lekker uit !



Demonen

Lientje ligt in bed, ze heeft pas een enge film gezien op de televisie. Ze mocht er van haar ouders niet naar kijken, maar ze deed het toch op de t.v. op haar kamer.
De film ging over een meisje die een goede heks bleek te zijn. Ze riep geesten op, toen ze bij haar vriendinnen was. In haar eigen dacht ze toch dat haar niets kon overkomen omdat ze een heks was. Eerst wou ze één van der voorouders oproepen , van wie ze de krachten overgekregen had . Haar vriendinnen geloofde haar natuurlijk niet dat ze een heks was, tot ze haar bedoveroverovergrootmoeder opriep. Ze zei dat ze moesten oppassen voor kanachca één van de grootste demonen die ooit over de wereld hadden geheersd, daarbij heeft ze toen ook nog gezegd hem niet op te roepen omdat hij zo gevaarlijk was. Lientje wou hem niet oproepen tot één van haar vriendinnen zei dat het zo cool zou zijn. Ze riep hem op.
Kanachca leek op een reuzen weerwolf, hij had groengele ogen en ook vampier tanden. Hij vervloekte de meisjes, behalve Lientje omdat hij wist dat ze een heks was, had ze dan toch gelijk dat hij haar niets kon doen. Lientje had grote krachten maar ze wist niet hoe ze die moest gebruiken, ze probeerde de tijd stil te zetten, hem weg te toveren, haar zelf weg te toveren maar ze kreeg er geen controle over. Hij zoog haar krachten op en zei dat alle heksen die de wereld moesten beschermen nu allemaal door haar schuld zullen uitsterven. Dat mocht niet gebeuren natuurlijk, maar wat kon ze eraan doen? Ze ging naar de zolder om te zien dat daar niets nuttig lag. Ze vond er een raar dik boek. ze deed het open en zag er spreuken in staan, maar voor ze de juiste had gevonden zouden alle heksen al uitgeroeid zijn, plots kwam er een wind en het boek klapte open op de bladzijde waar opstond hoe ze Kanachca moesten betoveren. Ze zei de spreuk op toen kanachca de kamer binnenkwam. Ze zag hoe hij doorns door zijn hoofd kreeg, in elkaar zakte en daarna precies zand werd dat weer door een vreemde wind werd weggejaagd.