|
|
- Jongens zijn als soep, zonder balletjes is er niks aan. - Jongens zijn net fietsen, als je niet trapt doen ze niks. - Jongens zijn net douanes, ze controleren je overal. - Jongens zijn net muntjes, je raakt ze altijd kwijt. - Jongens zijn net lucht, zonder ze kan je niet leven. - Jongens zijn net paraplu's, een keer trekken en ze staan stijf. - Jongens zijn net meloenen, sappig en vol zaad. - Jongens zijn net muggen, eerst de prik dan de bult. - Jongens zijn net kerstbomen, een piek en ballen. - Jongens zijn net bussen, als je er eentje mist, neem je gewoon de volgende. - Jongens zijn net katholieken, ze denken altijd aan hun kruis. - Jongens zijn net drugs, je raakt eraan verslaafd. - Jongens zijn net kerstbomen, eerst versier je ze, daarna dump je ze. - Jongens zijn net cola, even schudden en ze spuiten. - Jongens zijn net ping pong balletjes, ze gaan van bedje naar bedje. - Jongens zijn net bounty's, een stukje paradijs op aarde. - Jongens zijn net koekjes, voor je het weet zijn ze op. - Heeft een jongen drie meisje is hij stoer, heeft een meisje drie jongens is ze een hoer. - Jongens zijn als wc's, bekakt of bezet. - Jongens zijn als konijnen, ze gaan van holletje naar holletje. - Jongens zijn als lucifers, voor je het weet is het uit. - Jongens zijn als vlooien, ze springen van poes naar poes. - Een jongen moet als koffie zijn: heet, sterk en lekker. - Wat is het verschil tussen een batterij en een jongen? Een batterij heeft een pluspunt. - Jongens zijn net auto's, voor je het weet lig je eronder. - Jongens zijn net postbodes, ze gaan van gleuf naar gleuf net zolang tot hun zak leeg is. - Jongens zijn net pick-up spelers, ze draaien allemaal om hetzelfde gaatje. - Jongens zijn net bonbons, je wordt er dik van. - Jongens zijn net kauwgom, ze blijven zo plakken, ook al is de smaak eraf. - Jongens zijn net citroenen, ze maken je het leven zuur. - Jongens zijn net boeken, het is zo weer uit. - Jongens zijn net wc's, als er een bezet is neem je een andere. |