Onderdeel van Lovegirlz.nl
Homeeen woordjj met 6 letters ...kindermishaldelingstem op mij !!!!klik hier nietpollsgriezelverhalendierenmishandelingik hou van jegedichten en sotekeningengedichtjes en so 2betekenissenteksten van liedjesversiertipsschoolliefdes rijmpjesJongens Zijn net10 tips for a lovelettermsn namenmeer msn namen nog meer msn namenSpijBel TipZ!<<BrugKlaZ!!LiefdeS T3St!!>>schoolregelshoe zoent elk sterrenbeeld ??agenda versjesPollz Over Jongens100% gezondmake up tipsliefde en haatechte love (L)nog meer gedichtjesoorlogskindschool gedichtjesmeer gedichten XDliefdes smsLinkzz >>nog een love test !!agenda gedichtjesergste manieren om te dumpenFotoboekGastenboekContactVrienden
Myspace Glitter Graphics, MySpace Graphics, Glitter GraphicsMyspace Glitter Graphics, MySpace Graphics, Glitter GraphicsMyspace Glitter Graphics, MySpace Graphics, Glitter GraphicsMyspace Glitter Graphics, MySpace Graphics, Glitter GraphicsMyspace Glitter Graphics, MySpace Graphics, Glitter GraphicsMyspace Glitter Graphics, MySpace Graphics, Glitter GraphicsMyspace Glitter Graphics, MySpace Graphics, Glitter GraphicsMyspace Glitter Graphics, MySpace Graphics, Glitter GraphicsMyspace Glitter Graphics, MySpace Graphics, Glitter GraphicsMyspace Glitter Graphics, MySpace Graphics, Glitter GraphicsMyspace Glitter Graphics, MySpace Graphics, Glitter GraphicsMyspace Glitter Graphics, MySpace Graphics, Glitter GraphicsMyspace Glitter Graphics, MySpace Graphics, Glitter GraphicsMyspace Glitter Graphics, MySpace Graphics, Glitter GraphicsMyspace Glitter Graphics, MySpace Graphics, Glitter Graphics


grieselverhaal 1

De dode wijnvlek
Een jongen ontmoet in een cafe een mooi meisje. Na een tijdje gepraat te hebben haalt hij wat te drinken aan de bar. De jongen is alleen niet zo handig en bij het neerzetten van het glas, morst hij wat rode wijn op de witte jurk van het meisje.
Later op de avond biedt de jongen aan het meisje naar huis te brengen. Het meisje vertelt waar ze woont. De jongen zet haar voor de deur af en bedankt haar voor de leuke avond.

De volgende avond keert de jongen terug naar het huis van het meisje om haar mee uit te vragen. Een oudere vrouw doet de deur open, en de jongen vraagt of hij haar dochter mag spreken. De vrouw wordt lijkbleek en vertelt dat haar dochter een paar weken geleden bij een ongeluk is omgekomen.

De jongen legt uit dat dat niet kan omdat hij haar de avond ervoor nog heeft gesproken in het cafe. Besloten wordt om het graf te openen om duidelijkheid te krijgen. Als de kist wordt geopend ligt daar nog steeds het overleden meisje, in haar witte begrafenisjurk. Alleen zit er op de voorkant van de jurk een grote rode wijnvlek.

einde

grieselverhaal 2

De chat griezel

Jenny is twaalf. Ze mocht alleen thuisblijven. Jenny wuifde haar ouders glimlachend uit. Het was acht, en haar ouders gingen naar een feest. Ze zouden pas heel laat thuiskomen. Jenny deed de deur dicht en ging naar de keuken. Ze pakte een zak chips, een kom rijstpap, en cola. Daarmee gin ze in de zetel zitten. Ze zette de tv aan. Op MTV was niets op, dus zapte ze verder. Een spelprogramma, nog een spelprogramma en... haar favoriete soap. Ze nestelde zich in de zetel en bekeek de soap. Om negen uur was de soap afgelopen en was er voor de rest niks op tv. Dus zette ze de tv met een zucht af, grabbelde de chips en de cola bijeen en ging naar haar kamer, waar haar computer stond. Ze zette de computer aan en ging op Internet surfen. Na wat gesurf ging ze chatten. Er waren maar een paar mensen in de chatbox. Eén daarvan was Griezel. Jenny klikte twee keer op de naam Griezel, zo kon ze er prive mee chatten. 'Hoi!' typte Jenny. Er kwam al gauw antwoord 'hoi! Ben je alleen thuis?' 'Ja!' typte Jenny 'en jij?' 'ook!' antwoorde Griezel 'wat is je e-mail adres?' Jenny gaf haar e-mailadres. Plotseling verscheen er in bloedrode letters 'HET EINDE IS NADERBIJ!' Jenny schrok, wat een idiote grap. Ze typte 'joh, doe niet zo eng!' 'Ik ben toch Griezel!?' typte Griezel. Jenny ging kwaad de chatbox uit, ze moest weer zonodig zeggen dat ze alleen thuis was! Toen flikkerde het lampje dat betekende dat er een e-mail was. Jenny was opgelucht, misschien wel een mail van haar vriendje! Ze opende snel de mail. Maar daarin stond: 'HET EINDE IS NADERBIJ. PAS OP. IK KOM JE HALEN. JE BENT NIET VEILIG MEER. HET IS VANDAAG VRIJDAG DE DERTIENDE.' Alles was in bloedrode letters getypt. Jenny rilde, het was vandaag inderdaad vrijdag de dertiende. Snel sloot ze de computer af. Opeens klonk de deurbel. Jenny rende naar beneden en trok de deur open. Maar daar, voor haar, stond een enge man die haar wou grijpen! Jenny glipte onder zijn benen door en rende naar het huis van de buren. Gelukkig was ze sneller. Vlug belde ze aan. Er klonk gestommel. Angstig zag Jenny de man steeds dichterbij komen. Toen werd de deur opengedaan en ging ze snel naar binnen. Hijgend legde Jenny de buren uit wat er gaande was. Daarna belde ze de politie, maar ze vonden de man nooit. Dus, als je nog eens alleen thuis bent, pas dan maar op!

grieselverhaal 3

Thriller - zonder einde

Buiten trokken de wolken in de donkere nacht samen. Wind gierde langs de takken. Regen kletterde tegen de ruiten, Alex en Frank waren alleen in huis. Ze keken een spannende video. Er klopte iemand op de voordeur. Frank stond meteen op: "Zo vroeg komen mijn ouders niet terug. Even kijken wie er is!" Frank liep naar de voordeur. Alex liep achter hem aan. Op het moment dat Frank de deurknop aanraakte, waarschuwde Alex: "Ik zou de deur niet openen." Frank aarzelde, maar zijn nieuwsgierigheid was groter dan zijn angst. Frank draaide de deurknop open. Er stond een man in de deuropening, doorweekt van de regen.De vreemdeling stapte binnen. "He, wat doet u nou?" Frank nam een stap achteruit. De vreemdeling nam zijn hoed af en er verscheen een rode gloed in zijn ogen. "Ik ben Abrezhar Gimris," sprak de vreemdeling met zware stem. Alex keek anstig naar de man. Op dat moment scheurde de bliksem langs het huis en knetterde de donder boven de daken. Het werd opeens donker in huis en het geluid van de tv stierf weg. Toen beseften Alex en Frank hoe alleen ze waren in dit donkere huis met de vreemde man. "Wat gebeurt er?!" piepte Frank angstig. In het donker konden ze vaag onderscheiden hoe er een triomfantelijke grijns op het gezicht van het wezen kwam. Een akelig gelach klonk langs de muren en in kieren in het huis, tot in de oren van Frank en Alex. Zij verstijfden een moment van schrik. toen viel een stilte.
De grijns van de man werd steeds groter….


grieselveraal 4 weer sonder einde
Ogen vol bloed

Toen ik uit school kwam zij mijn moeder:'Ga eerst Flap te eten geven! Het lijkt wel of zijn ogen steeds roder worden'. Flap is mijn albino-konijn. Hij is heel lief en doet nooit iemand iets, maar toen ik bij hem kwam waren zijn ogen echt rood. Ik gaf hem een stukje wortel om op te kauwen. Toen ik dat stuk daar het gaas duwde, kwam Flap er gretig op af. Heel even dacht ik twee heel scherpe hoektandjes te zien. Toen Flap de wortel op had, beet hij plotseling in mijn vonger en hij liet
niet los. Pas toen ik hem een klap gaf liet hij los. Uit twee rode gaatjes welde rood bloed uit mijn vinger. Het leek even of ik een scherp gelach hoorde. Toen ik naar Flap keek waren zijn ogen weer roder geworden......


grieselverhaal 5
Een avond om niet te vergeten. Babysit, telefoon en bloed!!!
Er was eens een meisje van 14, Evi was haar naam en voor haar 1e keer mocht ze eens echt babysitten. Haar vader gaf voor alle zekerheid het telefoonnummer mee waar zij zaten. Het was 22.00 uur en het kleine meisje van 2 jaar een half lag al in haar bedje te slapen. Terwijl Evi gespannen naar een horror op de TV zat te kijken, ging opeens de telefoon. "tringggg","tringgg". " Met de babysit van Van Elst", zei ze vriendelijk. Een kille en koudbloedige stem zei "IK", en legde neer.
Evi vroeg af wie dat zou zijn geweest, maar algauw vergat ze het voorval door een geschreeuw van de baby boven te horen. Ze ging kijken en zag dat het kindje haar tutje was gevallen. Nadat ze het kleintje had getroost ging ze terug naar beneden. "Tringgg", "tringgg". Evi nam op en opeens hoorde ze terug die kille stem van daarjuist die zei : " BEN". Snel legde Evi op en met paniek belde ze naar haar vader. " Papa, papa, er is een akelige man die al 2 keer heeft gebeld, en de eerste keer zei hij 'IK' en de tweede keer zei hij 'BEN'. Ik weet niet wat ik moet doen, wat als hij nog eens belt? Vader antwoorde: ' Ik kom zo snel mogenlijk'.
Evi legde op en opeens ging de telefoon weer. Met een akelige stem zei de man: " HIER" !!!!! Zo snel als ze kon rende ze naar de trap om de baby uit haar kamertje te halen en dan zo snel mogenlijk naar buiten te lopen. Maar toen ze aan de trap kwam, stapte er een man met een bloedend mes in zijn linkerhand en het
kinderhoofdje in zijn rechterhand naar beneden. Evi rende naar buiten en kwam in de armen van haar vader terecht. Toen haar vader naar binnen wou gaan, zag hij alleen het kinderhoofdje liggen. Evi zit nu in een psychiatrische instelling, omdat ze dit alles niet kon verwerken, en elke nacht nachtmerrie's had. De ouders van de baby zijn nu verhuist naar Amerika, en proberen daar een nieuw leven te beginnen.
Wat er met de moordenaar is gebeurt weet niemand...?

grieselverhaal 6

Het oude vrouwtje

Er was eens een heel oud vrouwtje . Ze was ongeveer 300 jaar . Altijd zei ze tegen de mensen dat ze oud was geboren en dan ook altijd zalblijven leven . de echte waarheid is dat ze een schepsel is van de duivel . Hij was altijd eenzaam geweest . Hij wou een wezen hebben op aarde . Een wezen dat in hem gelooft . Dat wezen was dat oude vrouwtje . De kinderen van 't dorp waren bang van haar . Daarom woonde de oude vrouw in de eenzame straat . De naam zegt het zelf al . Iedereen noemde haar de heks van 't dorp . De heks vond dat een compliment . De mensen dachten haar te kwellen met haar uit te schelden . Maar de mensen dachten verkeerd . Pas als je een complimentje zei dat goedaardig was , werd ze kwaad . ene mens had daar aan gedacht . Hij zei op een dag tegen de heks : "Hallo oude vrouw . Niemand kent uw naam en niemand weet hoe u bent . Maar volgens mij bent u een lieve vrouw ." De heks werd woedend en zei : "Duiveldeduiveldeduif , o machige duivel ! Veroordeel deze man tot de dood en doe het met hem neer te bliksemen !" De man liep joelend weg . Maar de duivel was te snel . De man stierf in 't middden van 't centrum . Plots hoorde men een geluid . Er kwamen allemaal heksen . Ze vochten en vochten met de mensen van 't dorp . Heel het dorp stierf . Zelfs de machtige heksen .Nu stond de duivel er weer helemaal alleen voor .


grieselverhaal 7

Wie was het?

Er was eens een vrouw Sandra, 36, en die heeft 3 kinderen.
2 dochters en een zoon Jeroen van 11 en de twee dochters (een tweeling)
Loesje en Liesje van 8, en de man Martin van Sandra is vandaag 40 geworden.


DE MOORD
"mama !" riep Jeroen, "ja wat is er schat" zei moeder, "waar is mijn Nike pet ?" zei Jeroen, "mischien onder de bank" zei moeder, "oke" riep Jeroen, "ik heb hem al dank je wel hoor", "oke schat" zei moeder. "Martin bel jij die oppas eens want ik heb vanavond een etentje geregeld" riep moeder, "oh, gezellig, ik ga al bellen" zei Martin. "Loesje en Liesje allebei even douchen" riep moeder Sandra. "oke mam" was het antwoord.
"waar ligt dat telefoon nummer nou?" "waar het altijd ligt, in de la van de kast" "o ja". "hoi laura, kan je komen oppassen ?" "oh, nee sorry ik had al een afspraak voor vanavond maar misschien kan mijn vriendin wel, het nummer is 0674537023" "oke, ik ga bellen, nou, toch bedankt" "oke, doei" "doei"
Martin belde het nummer, "hoi, met saskia" "hoi, met martin, laura zei dat jij mischien bij ons kan oppassen" "oh ja hoor, voor hoveel ?" "F2.50,- per uur" "oh, okee wat is het adres?" Martin gaf het adres en vertelde dat de sleutel onder de mat lag. "MARTIN, schiet op, dadelijk missen we de bus!" riep Sandra. "ja, ben klaar" riep Martin, en ze gingen. "Wat een rare mensen" dacht Saskia, "ik moet oppassen terwijl ze nu hun kinderen al alleen laten, ik zal maar snel gaan". Een minuut of 10 later stond Saskia voor de deur en Jeroen deed de deur open, "hallo" zei Saskia, "hoi, jij moet de oppas zijn" zei Jeroen stoer met zijn pet achterste voren en zijn jeans aan, "ja, ik ben Saskia" zei Saskia. "Mijn twee zusjes zijn boven ik heet Jeroen en mijn zusjes Loesje en Liesje, nou, daar staat de chips en daar staat drinken" zei Jeroen en hij wees 2 kastjes aan. "okee" zei Saskia, "mag ik de tv aanzetten?" vroeg Saskia, "nee, dat gaat helaas niet, hij is stuk" zei Jeroen, "ook dat nog" dacht Saskia. "Jij moet om 9:00uur naar bed en het is nu 9:10, ga je pyjama maar vast aan trekken, dan mag je nog tien minuten opblijven" zei Saskia. "okee, ik ga al" zei Jeroen. Jeroen kwam naar beneden en zei "mijn zusjes slapen al, die waren al in bed gelegd". "oh, okee, nou nog 5 minuten" zei Saskia. 5 minuutjes later ging Jeroen naar boven en naar bed Saskia zag de krant liggen en begon hem te lezen, weer een gezin met oppas gedood,
oh, daar wordt je gek van, als maar die moorden. Toen de telefoon ging hoorde zij aan de andere kant van de lijn een vage stem zeggen "check the children, check the children" Ze hing op en dacht dat het een flauwe grap was, maar ze werd weer gebeld en hoorde weer dezelfde zin "check the children, check the children", ze hing op en belde de politie want ze vond het nu wel erg griezelig worden en die zeiden dat het wel een flauwe grap zou zijn. Ze werd steeds banger en begon weer de krant te lezen, maar ze werd weer gebeld, ze nam op en zij met trillende stem "hallo ?", "check the children, check the children" klonk het weer.
"Nu ga ik maar even bij de kinderen kijken of alles in orde is" dacht Saskia bij zich zelf en ze ging naar boven en naar de kamer van de tweeling, ze gilde het uit want ze waren opgehangen aan een touw en hun ogen lagen er uit en overal bloed en toen ......... kratssssss!!!, kreeg ze een mes in haar rug..............................

wie zal het geweest zijn?

LAURA, de oppas die niet kon ?

JEROEN de grote broer ?
Of de OUDERS ?
Of misschien iemand anders ?
Ik weet het niet, griezel het maar lekker uit !

grieselverhaal 8

Bijltjesdag
Een Amerikaanse studente rijdt op een regenachtige zondagavond met de auto terug naar haar studentenflat, 400 kilometer verderop. Op de radio hoort ze het bericht dat een bijlmoordenaar in de buurt ontsnapt is. Ze besluit onderweg niet te stoppen, maar meteen door te rijden naar haar huis.
Ongeveer 50 kilometer voordat ze thuis is, is de studente echter genoodzaakt om te tanken. Ze stopt bij een benzinedstation. Daar wordt ze geholpen door een ongeschoren man die de helft van zijn tanden mist.

De studente draait haar raam op een kiertje en vraagt de bediende om de tank vol te gooien. Terwijl de man dat doet kijkt hij haar een aantal malen zeer indringend aan. Als de pompbediende klaar is met tanken geeft de studente hem door het kiertje van haar raam haar creditcard. Zelf blijft de vrouw in haar goed afgesloten auto zitten.

Een minuut later komt de pompbediende terug met de mededeling dat haar creditcard geweigerd is. De pompbediende heeft de credit card maatschappij gebeld en zij vragen of de vrouw even aan de telefoon wil komen.

De vrouw weet echter zeker dat er niets met haar credit card aan de hand is en weigert haar auto te verlaten. De man dringt aan en dreigt haar credit card door te knippen.

Boosgeworden stapt de studente uit en beent naar het kantoortje van de pompbediende. Als ze binnen is, hoort ze dat de deur achter zich op slot wordt gedraaid. Verschrikt draait ze zich om. Daar staat de pompbediende. "Sorry dat ik je bang heb gemaakt, maar onder je achterbank zit een man met een bijl in zijn handen."

grieselverhaal 9

Alleen in het donker
Jane en Melissa deelden samen een studentenflat op de campus van een Amerikaanse universiteit. Rond 9 uur 's avonds herinnerde Jane zich dat ze haar bibliotheekboek nog terug moest brengen. Ze vertelde haar huisgenote dat ze naar de bibliotheek ging en waarschijnlijk nog even de kroeg in zou duiken. Ze vroeg Melissa of ze meeging, maar die vertelde dat ze vroeg ging slapen. Ze vroeg Jane of die de lichten uit wilde doen als ze naar buiten ging.
Jane deed dit en ging op weg naar de bibliotheek. Onderweg kwam ze een vriendin tegen, met wie ze even bleef praten. Opeens realiseerde ze zich dat ze het boek was vergeten. Ze ging terug naar huis om het op te halen. Om haar huisgenote niet wakker te maken, zocht Jane in het donker naar het boek. Met het boek onder haar arm ging ze vervolgens opnieuw naar de bibliotheek, waarna ze met een paar vrienden de kroeg inging.

Toen Jane midden in de nacht terugging naar huis, stonden voor haar deur een ambulance en een politie-auto. Een agent nam haar mee naar haar studentenflat. Daar zag Jane twee dingen die ze haar hele leven niet meer zou vergeten: de matras van haar huisgenote zat onder het bloed, en iemand had met lipstick op de muur geschreven:

"Ben je niet blij dat je het licht niet hebt aangedaan?"


grieselverhaal 10


Koppie, koppie
De Amerikaanse sergeant Stephen Schap vermoedde al langer dat zijn vrouw een ander had. Maar steeds als hij ernaar vroeg ontkende ze. Tot het moment dat zijn vrouw opgenomen werd in het ziekenhuis om te bevallen. Terwijl ze in het ziekenhuis lag vertelde ze haar man dat niet hij, maar haar minnaar de vader van het kind was.
Stephen Schap leek het nieuws redelijk te verwerken. Zelfs het feit dat zijn beste vriend al bijna een jaar een verhouding had deed hem niet in woede ontsteken. Hij verliet het ziekenhuis om wat spullen te pakken en liet zijn vrouw achter.

Na een half uur werd de vrouw gebeld door haar minnaar. Opeens vloekte hij en werd de verbinding gebroken. Enige tijd later arriveerde haar echtgenoot weer. Zijn kleding zat onder het bloed en in zijn hand had hij een volle boodschappentas.

"Kijk eens, schat. Ik heb je vriendje meegenomen", zei de man. "Nu kun je altijd slapen terwijl hij bij je is."

Dokters en verpleegkundigen kwamen op het gegil van de vrouw af. Toen ze de kamer binnenkwamen zagen ze de lijkbleke vrouw in haar bed zitten. Op het nachtkastje stond het afgesneden hoofd van de vermoorde minnaar.


grieselverhaal 11

Een serieuze bloedneus
Een student had grote moeilijkheden met zijn wiskunde tentamen. Een van de opgaven bezorgde de student zulke grote hoofdbrekers, dat hij besloot dat hij maar het beste zo snel mogelijk de collegezaal kon verlaten.
Zonder verder over de gevolgen na te denken stak de student twee potloden in zijn neus en sloeg met zijn hoofd hard op tafel. Het idee was dat hij met een bloedneus de zaal kon verlaten en later het tentamen kon overdoen.

Maar de potloden gingen verder zijn hoofd in dan de student had gepland. Beide potloden drongen de hersens van de student in, waardoor hij onmiddellijk overleed. Het antwoord dat hij gegeven had op de moeilijke wiskundevraag was overigens correct


grieselverhaal 12

Bezet
Een vrachtwagenchauffeur rijdt op een warme zonnige dag met zijn truck door de Alpen. Bergop heeft de zwaarbeladen wagen al de grootst mogelijk moeite om boven te komen, maar wanneer de chauffeur de top van de berg bereikt heeft en aan de afdaling begint, merkt hij al snel dat zijn remmen het begeven hebben.
Luid toeterend, slingerend en met een toenemende snelheid weet de chauffeur zijn truck op de weg te houden en andere automobilisten te ontwijken. De chauffeur heeft hier vaker gereden en weet dat er binnen enkele kilometers een veiligheidsafrit omhoog ligt, die juist bedoeld is voor auto’s waarvan de remmen het niet meer doen.

Als door een wonder weet de chauffeur zijn truck tot aan de afrit op de weg te houden. Opgelucht omdat er geen ongelukken gebeurd zijn, schiet de chauffeur met een snelheid van meer dan 120 kilometer per uur het pad in.

Daar, halverwege, zit midden op het pad een familie te picknicken.

grieselverhaal 13

De verdwenen lifster...

Het was bijzonder donker die avond. De wolken verduisterden de sterren en de maan en de weg was nauwelijks verlicht. Een eenzame auto reed langs de verlaten landweg. Aan het stuur zat een man van middelbare leeftijd. Het was laat geworden, veel te laat, vond hij. Maar zo ging het wel vaker met feestjes op het werk. Hij staarde geconcentreerd naar het zwarte asfalt voor zich en zong luidop om wakker te blijven. En toen, heel plots, zag hij haar. Een jong meisje, aan de kant van de weg, bezorgd wuivend. Even vroeg hij zich af of het wel een goed idee zou zijn om te stoppen. Hij was helemaal alleen, op zo een eenzame weg... Misschien was het wel een valstrik. Misschien zaten er handlangers in de struiken te wachten, klaar om toe te slaan. Maar toen hij de bange ogen van het meisje zag, toen hij zag hoe jong ze was - hij had zelf een dochter van zeventien, en welk onmens zou haar nu
laten staan? - vertraagde hij. En stopte. Het meisje, zichtbaar opgelucht, kwam naar de wagen gerend. Ze droeg een satijnen baljurk met een dunne sjaal om haar schouders. Haar haren waren hier en daar ontsnapt aan de veel te ouwelijke wrong op haar hoofd. Ze opende het portier achteraan en stak haar hoofd naar binnen. 'Zou u me een lift naar huis willen geven, alstublieft? Ik wacht hier al zo lang en het is koud...'. De man knikte en nodigde haar uit om in te stappen. 'Waar woon je?', vroeg hij. 'Op de Molenweg, nummer zeventien'. De man knikte teveden. Dat lag mooi op zijn weg. Of toch bijna. Die ene zijstraat kon hij er wel bijnemen. Het meisje ging op de achterbank zitten. Ze rilde van de kou. 'Hier', zei hij, 'neem mijn jasje maar'. Ze glimlachte dankbaar en drapeerde het jasje om haar schouders. Hij begon te rijden en keek af en toe door de achteruitkijkspiegel naar haar. Het liefst wilde hij haar vragen wie ze was, waar ze vandaan kwam, wat ze zo laat helemaal alleen deed op die landweg. Maar er was iets in haar voorkomen dat hem het zwijgen oplegde. Na een tiental minuten bereikte hij de Molenweg. Hij wilde inslaan, maar zij hield hem tegen. 'Dank u', zei ze, 'de rest loop ik wel'. Voor hij
kon protesteren, opende ze de portier en sprong uit de wagen. En weg was ze, in één-twee-drie op geslokt door de duisternis. Hij begon weer te rijden, maar zijn hoofd was helemaal vol van het meisje. Hij probeerde het gepieker van zich af te schudden. Ruzie gekregen met haar vriendje en onderweg uit de auto gestapt. Zoiets moest het zijn. Pas toen hij zelf uit de auto stapte en de kou venijnig door zijn hemd voelde prikken, besefte hij dat ze zijn jasje nog had. Niet erg. Hij zou het de volgende morgen wel ophalen. Molenweg zeventien. Al vroeg in de ochtend reed hij de Molenweg op en stopte hij bij nummer zeventien. Hij belde aan en aan de deur verscheen ee vermoeid ogende, grijze vrouw. Hij knikte haar toe. 'Goeiemorgen, ik heb vannacht uw dochter thuisgebracht, maar ik vrees dat zij mijn jasje nog heeft. Hebt u het toevallig niet gezien?'. De ogen van de vrouw werden groter en toen
schudde ze langzaam het hoofd. Ze glimlachte triest. 'Mijn dochter is dood, mijnheer'. De man verstarde. 'Maar hoe kon dat...', stamelde hij. Zijn stem stierf weg, toen hij door een kier in de deur een foto zag van
het meisje: de satijnen baljurk, de sjaal, het opgestoken haar, en naast haar de vrouw die hier nu voor hem stond. Stukken jonger, met stralende ogen en donkere haren. 'Dat is ze, ja, samen met mij', zei de vrouw
zacht. 'Het is de laatste keer dat ik haar zag. Gisteren was het precies tien jaar geleden dat ze naar het schoolbal ging. Ze kwam nooit meer thuis. Op de terugweg gebeurde een auto-ongeluk. Ze was op slag dood'.
De man fluisterde een verontschuldiging en ging weg. Totaal verdwaasd ging hij in de wagen zitten en startte de motor. En toen reed hij langs het kerkhof. En hij keek, zomaar. Over een grafsteen hing een jasje.
Zijn jasje. Hij nam het en de inscriptie op het graf kwam tevoorschijn: 'Voor ons enige kind, teder geliefd en diep betreurd. 1964 - 1980'. Alweer was ze er niet in geslaagd thuis te komen.

grieselverhaal 14

De Lippen


Bevend van ontroering struikelde ze het ene afgrijselijke, slecht verlichte
gewelf na het andere door.
"....Nee, hier is hij ook niet......"
Als in een droom zag ze voor zich uit de artsen gaan, gehuld in eens witte
jassen die nu bevlekt waren met zwart opgedroogd bloed; in een waas zag
ze de verminkte gezichten der leprozen, waarvan de gruwelijkheid buiten
proporties vergroot werd door de werking van het flakkerend lamplicht, ze
zag hun naar haar uitgestrekte handen op zich afkomen, langsgaan, en uit
haar ooghoeken verdwijnen; geen bekende onder hen.
Maar opeens in een flits de herkenning! Ze sprong naar de bewegingloze
gedaante op het geïmproviseerde bed toe, en boog zich diep voorover, om
haar laatste plicht tegenover de zieke te volbrengen, en toen zij zich later
weer oprichtte, maakte haar stemming van verdrietig geluk gauw plaats voor
één van mateloze verschrikking, daar ze merkte dat ze zijn afgerotte lippen
nog tussen de hare hield.

grieselverhalen 15

Valende Gordijnen
Ze besloot dat haar kamer gesluierd was, alsof er iemand begraven werd, die
nog niet helemaal dood was. Naast het bed, boven dat kastje, haar spiegel,
zeer langwerpig; haar spiegel, hij is van boven afgerond.
En ze sliep nog wat. Ze wilde ook wel opstaan.
Waarom was het plafond ook zo in vakken verdeeld, was er misschien wel een
man, boven haar; die deed met een schroefdraad één vak op haar neerdalen,
en te laat zou zij het merken; als een vlieg werd ze platgedrukt, ging dat vroe-
ger niet zo? Of hij was gaatjes aan het boren en liet iets in haar ogen druipen,
het zou sissen en er kwamen kleine wolkjes uit haar hoofd, alles draaide, ze gil-
de en -pèts!- spatte haar hoofd uiteen; de lellen bleven aan de spiegel hangen.

Ze stond voor haar hoge spiegel, haar borsteltje, hoe gering ook, strijkend het
zwakke haar. Aandachtig kaatste het licht in de spiegel haar beeld terug, en
voor haar wil had ze het licht willen doen buigen... Hield ze niet kwijnend
scheef haar hoofd, kammend het wolkend gouden haar. En ze zag al een vaag
licht haar krullen omkransen, niet afkomstig van natuurlijke bron...

Wat was het een mooie ochtend! Ineens straalde een baan koud zonlicht door
de kieren van de verbleekte gordijnen - met valende kwasten! - om vrolijke
vlekken te maken en zorgzaam te wijzen op al het stof in de kamer. Ze stak
haar neus langs het doek tot het glas, en zag de zon. Wat vond ze de dag mooi!
Maar bij het ontbijt moest ze denken aan vroeger: hoe ze eens een bedorven ei
had gehad, dat rood-donker tussen de andere had gewacht, dreigend, en dat ze
nooit uit vrije wil had kunnen kiezen, onmogelijk - het had op háár gewacht.
Peinzend verwerkte ze haar eten.

Koud zat ze op haar stoel, zij ver van haar lichaam, ze wenste zich ver -
het vele kleine om haar heen maakte de kamer te vol om ooit op te ruimen.
Gevangen in een onpeilbare diepte - nee zelf was ze onpeilbaar (had ze niet
's nachts een boos bonken en hameren gehoord, gestommel en luid praten,
en bevend opgestaan was ze in een val, ramen en deuren met grove planken
dichtgespijkerd, gillend rennen van muur tot muur, in een val, een rat in een
val). Opschrikkend zag ze, dat het alweer schemerde, en plotseling ook zag ze
deze verloren, verleden dag, zo voorbij, en andere dagen als deze, en haar plot-
seling heftig verlangen raakte ongemerkt de atmosfeer van het vertrek, een ge-
spannen voorgevoel greep haar aan van iets groots, dat toch nog komen kon.
Hoeveel lampen konden haar vertrek verlichten? Kwam het schijnsel, vaag
bollend door de roze lampekap, daarvandaan tot haar? In haar borst stond het
verlangen, de verwachting door hoop, zó groot gespannen alsof het barsten zou!
Ze voelde haar hoofd groot, groot, wat mooi, maar te groot, en dáár was
haar spiegel, groot, los zwevend van de muur, te groot en te ver toch om niet
te vallen, en zij zag erin: zij zag erin met wilde verwachting, hoop, verlangen,
verlangen om zich te zien, haar spiegelbeeld, achter het glas, en verstenend, vol
afgrijzen, kwam de gestalte op haar af, de gestalte, die de hare niet was, bekend
toch, vaag bekend, toch vreemd.
Geen gedachte was in haar, leegte, want ze kon niet in die ogen kijken die de-
monisch vurig moesten zijn, maar toen ze durfde, zag ze in de ogen van haar
spiegelbeeld, zo onpeilbaar, er was vuur in, maar ook koelte, medelijden, iro-
nie, en ze waren ook verlokkend, haar lokkend naar - -
En toen vluchtte ze, ze vluchtte en deed de grote lichten aan, want het was don-
ker geworden, en tranen liepen over haar wangen, van verwondering?
Langzaam de handen scheidend van haar gezicht, wist zij haar verlangen weer,
maar nu ook een nieuw en groter verlangen, en ze zag ìn haar fout: en bevend
schoof ze voorwaarts naar de spiegel, toch even het moment uitstellend dat ze
haar gestalte zou zien, dat verre gelaat, dat vaag het hare was, en de verduide-
lijking die het zou geven van de hoop die het inhield...
Nòg hielden haar ogen in mist de spiegel weg...maar toen zag ze tenslotte haar
eigen bleke gezicht in het witte lamplicht, teleurstelling en verlangen waren sa-
men te groot voor zelfs maar een traan, terwijl ze wanhopig graaide naar het
geheim waaraan ze even had kunnen raken, te kort; en voorgoed was het nu
verloren.

Die avond werd er gebeld, en toen ze het geluid hoorde, wist ze dat de vooraf-
gaande stilte geweest was om het te bevatten, die schel, luider nu dan voorheen,
dacht ze.
Wat was dit nu? Momenten was er niets in haar, tot de dingen om haar, en
vooral, wat daar buiten moest zijn, zich op haar stortten, met ontzetting en schrik.
Wie kon dat nu zijn? Zó laat? Wie wilde haar nú nog zien?
Angst begon over haar rug te rimpelen, en ze bedacht, dat misschien de gordij-
nen niet goed gesloten waren, dat dóór de zwarte kieren zij van buiten te berei-
ken was, te zien.
Haar stijve vingers frommelden het doek, tot het zwart verdwenen was, als de
angst haar niet wegrukte bij het raam; en ze dacht eraan, om weg te zijn, vèr
weg, waar het zonnig en feestelijk was, maar tegelijk schokte haar blik door het
vertrek, alles wat ze ooit had, waar ze zich ooit had thuis gevoeld, dat haar ver-
ried, blootgaf, dat afwachtte.
De stoelen hadden haar willen doden, achter de spiegel had wellicht een moor-
denaar gescholen die -
maar haar hand was al op de deurknop om te openen, ze zag de pezen en klo-
ven in het felle licht haar veroordelen, rustend op de deurknop, ze wist, of
hoopte slechts, dat haar ogen zouden falen, dat het duister werd, en er werd
wéér gebeld, het geluid galmde door de ruimte, en de deur schoot open:
en ze moest de gestalte zien die daar stond, door het licht erachter een zwart
silhouet.
Ze moest rustig zijn, spreken, een glimlach forceren: zag hij haar aan, of stond
hij met zijn rug naar haar toe en zou hij zich omkeren om te gaan spreken?
Was het niet beleefder - maar toen wist ze, nee, en haar knieën sloegen tegen
elkaar,

hij zou zo blijven staan,
en zij,
en nooit meer zou ze tussen hen
de deur kunnen sluiten,
nooit - -
tot in de
eeuwigheid.









wat vind je van de grieselverhalen ???
218
122
221
255
421
Er is 1237 keer gestemd.
Copyright by JS-Systems. Deze site is onderdeel van lovegirlz.nl