Mopjes
v = Vraag
a = Antwoord

v:Hoe vangt een paad een konijn?
a:Hij gaat achter een boom staan en doet een wortel na

v: Waarom ligt een konijntje vroeg in bed?
a: Omdat het maar twee tandjes hoeft te poetsen.

Zegt de ene kip "TOK"
Zegt de andere " Are you TOKKING to me?"

v: Waarom gooien ze met rijst op een huwelijk?
a: Omdat aardappelen nogal hard aankomen.

v: Wat is de voornaam van E.T.
a: Jodela.

v: Het is wit en het ontploft?
a: Een boemkool.

v: Wat moet je doen als je schoonmoeder door de tuin waggelt?
a: Nog een keer schieten.

v: Welk dier bestaat voor drie kwart uit wol?
a: Een wolf.

V: Het is groen en het zit op een hekje ?
A: Verf.

V: Wat zegt een eend die tegen de muur vliegt ?
A: Kwak

V: Waarvoor dient een koeiehuid ?
A: Om de koe bij elkaar te houden!"

V: Wat is het toppunt van lef?
A: Een spookrijder inhalen

V: Het toppunt van zelfvertrouwen?
A: Een scheet laten als je diarree hebt.

V: `t Is geel en zegt krak als je erop staat?
A: Een kuikentje.

V: Wat is het verschil tussen een toilet en een frigo?
A1: Dat weet ik niet.
A2: `t Is te hopen dat ik dan nooit bij jou blijf eten.