ram: je bent verleifd op die ene meisje/jongen maar o jee hij heeft al een ander.
stier:je kunt niet opschieten met dat ene meisje/jongen uit de klas.
tweelingen: je voelt je al een week niet lekker.
kreeft:je krijgt een onverwachte overhoring als dat maar goed gaat.
leeuw: je krijgt te horen dat je gaat verhuizen.
maagd:je hippe broek is vies en de vlek wil er niet uit.
weegschaal:je staat op de weegschaal je bent 1 kilo af gevallen.
schorpioen:yes hij/zij heeft je gevraagt.
boogschutter:je houd zo van sneeuw en dan nu veel te warm.
steenbok:je krijgt ruzie met je moeder.
waterman:ze zeggen dat je verkering hebt met een onaardig iemand
vissen:oh yes je hebt gewonnen met waar je het laatst aan mee hebt gedaan.