1) Gij zult niet te laat komen op school. (Neem gerust de hele dag vrij)

2) Gij zult geen kabaal maken in de klas. (Roepen heeft meer effect)

3) Gij zult geen huiswerk overscrijven. (Laat het door een ander doen)

4) Gij zult niet lopen in de gang. (Glijden gaat lekkerder)

5) Gij zult niet spieken. (Papier door geven is gemakkelijker)

6) Gij zult geen proppen schieten. (Rugzakken komen des te harder aan)

7) Gij zult niet fluisteren. (Schreeuwen is sowieso duidlijker)

8) Gij zult geen potlood stelen. (Pak het gewoon)

9) Gij zult het leven van leraars niet zuur maken. (Bederf het!)

10) Gij zult niet vechten op de speelplaats. (Knalt ze gwoon neer)