Blijf jij altijd jezelf?
Gedraag jij je anders met mensen in de buurt of blijf jij altijd en overal jezelf? That's the question...




1. Als je ruzie hebt met je lief, dan...
A ... vinden jullie meestal snel een compromis voor het probleem.
B ... vind jij het moeilijk om water bij de wijn te doen.
C ... vinden jullie na lange tijd bekvechten uiteindelijk wel een oplossing.



2. Jij bent iemand die goed kan opschieten met...
A ... mensen die grotendeels op dezelfde golflengte zitten als jij.
B ... veel verschillende soorten mensen.
C ... mensen die op jou lijken, maar ook wel met mensen die anders zijn dan jij.



3. Pas jij je makkelijk aan aan nieuwe situaties?
A Meestal wel.
B Niet zo makkelijk, je moet eerst altijd even wennen.
C Absoluut, geen enkel probleem!



4. Zomaar wat betekenisloos flirten met iemand kan jij...
A ... in een vrolijke bui best goed. Tja...
B ... heel goed!
C ... gewoonweg niet.



5. Wil jij graag indruk maken op mensen die je niet zo goed kent?
A Euhm... alleen als er iets van afhangt.
B Ja, jij wilt graag dan anderen jou aardig vinden.
C Nee, de mensen moeten je maar nemen zoals je bent.



6. Jij hebt of wilt een lief die...
A ... niet al te verschillend is van jou.
B ... jou aantrekkelijk vindt, ongeacht of hij/zij qua persoonlijkheid op jou lijkt.
C ... op jou lijkt en jou begrijpt.



7. In het middelpunt van de belangstelling staan...
A ... vind jij leuk, leuk, LEUK!
B ... doe je alleen als je niet anders kan.
C ... vind jij geen probleem, maar je zoekt de aandaht ook niet op.



8. Ben jij bereid om je mening over iets helemaal te veranderen, om aardig gevonden te worden?
A Ach ja, waarom niet?
B Ja, maar alleen als het om iets onbelangrijks gaat.
C Zeker niet!



9. Vriendelijk doen tegen mensen die je niet mag of liegen kan jij...
A ... zonder veel moeite, gewoon recht in iemands gezicht.
B ... soms, maar alleen over onbelangrijke dingetjes.
C ... slecht.



10. Als je verliefd bent, dan is dat...
A ... niet altijd even serieus, soms is het maar een flirt.
B ... redelijk serieus.
C ... altijd serieus.



11. Vind jij het belangrijk een lief te hebben waarmee je gezien mag worden?
A Ja, natuurlijk!
B Nee, je vindt het niet belangrijk hoe jouw lief bij anderen overkomt.
C Niet echt, alhoewel het mooi meegenomen is.



12. Heb je een rothumeur, dan kan je...
A ... dat alleen verbergen voor mensen die jou niet goed kennen.
B ... dat niet zo goed verbergen.
C ... meestal toch doen alsof er niets aan de hand is.



13. Welke kritiek heeft jouw lief wel eens op jou?
A Dat je te veel aandacht aan je vriend(inn)en besteedt.
B Dat je koppig bent en alles op jouw manier wilt doen.
C Geen van beide of net allebei.





Meeste A:
Je bent helemaal jezelf! Bij wie je ook bent, je zegt en doet alles. In de belangstelling staan vind jij oké en je geeft ook veel om je vriendinnen.


Meeste B:
Je hebt erg veel zelfvertrouwen. Af en toe gedraag je je wel is anders, maar je bent niet de enige. Iedereen doet zich wel is anders voor dan dat hij/zij is. Maar, denk ook is aan anderen. Je bent niet alleen op de wereld! Doe is wat anders dan anders!


Meeste C:
Je bent erg serieus, zorg is dat je wat meer jezelf bent! Meer lol maken, je zult zien dat het dan heel wat leuker wordt allemaal. Mensen gaan je meer accepteren en dat is ook veel fijner voor jezelf. Meer zelfvertrouwen krijgen mag er best wel bij. En onthoud; een leugentje voor bestwil, kan er best wel in!









.